Vennootschapsbelasting (Vpb)
Ieder jaar laat de gemeente Diemen door een externe fiscalist de Vennootschapsbelasting (Vpb) toetsen. Met name binnen grondexploitaties kan de Vpb een belangrijke rol spelen. In de meerjarenprognose grondexploitatie wordt jaarlijks een quick scan opgenomen om de Vpb-positie van de grondexploitaties in beeld te krijgen. Deze scan word door de fiscale adviseur getoetst en vindt u terug in de 'Meerjarenprognose grondexploitaties 2022'.
Doordat in het verleden veel kosten zijn gemaakt voor de bodemsanering binnen grondexploitatie Plantage De Sniep leidt dat tot een forse tekort op de grondexploitatie. Positief effect hiervan is dat nu binnen alle grondexploitaties geen 'winst' wordt gemaakt en dus tot op heden geen Vpb-afdracht noodzakelijk is.
In 2018 heeft de Belastingdienst een brief gestuurd waarin zij aangeven dat ze een aangiftebiljet wenst te ontvangen voor de aangifte vennootschapsbelasting. De Belastingdienst concludeert in zijn algemeenheid dat ten aanzien van gemeenten redelijke vermoedens bestaan dat sprake is van belastingplicht en dat dat ook geldt voor de gemeente Diemen.
Onze fiscale adviseur heeft voor Diemen onderzocht welke activiteiten leiden tot een belastingplicht. Het blijkt dat met name de concessieovereenkomsten voor de uiting van reclame voor Diemen relevant is. Ondanks dat wij het op voorhand niet eens zijn met de aanslagoplegging hebben we over 2022 een voorlopige aangifte van € 6.000 ingediend. Dit om een naheffingsrente (8%) uit te sluiten.
Over 2020 en 2021 hebben we een beschikking ontvangen. Over 2020 is de aanslag met € 12.997 verlaagd en over 2021 met € 10.776.
Per saldo hebben we € 17.774 terug ontvangen als gevolg van de definitieve beschikkingen 2020 en 2021. Geraamd was een uitgave van € 25.000. Per saldo dus een voordeel van € 42.774.
Na de definitieve aanslagbeschikking van de Belastingdienst maken we bezwaar. Zodoende lopen we mee in de bezwaarschriftenprocedures die meerdere gemeenten uit het land hebben ingezet.
Als gevolg van eerdere uitspraken is over 2021 een aanvullende aanslag van € 30.000 ingediend. Bij de definitieve beschikking tekenen we hier bezwaar en beroep tegen. Zo voorkomen we de naheffingsrente van 8%.